De wet kent twee soorten dwaling: de eigenlijke dwaling en de oneigenlijke dwaling. Bij oneigenlijke dwaling stemmen de wil en verklaring niet met elkaar overeen. Bijvoorbeeld: iemand tekent een overeenkomst, maar de inhoud blijkt als gevolg van een misverstand niet juist te zijn. Omdat de wil niet overeenkomt met de verklaring, komt er bij een oneigenlijke dwaling in principe geen overeenkomst tot stand (artikel 3:33 Burgerlijk Wetboek).
De eigenlijke dwaling is geformuleerd in artikel 6:228 Burgerlijk Wetboek en houdt in dat een juiste voorstelling van zaken ontbreekt. De wil en de verklaring stemmen in dit geval wel overeen, maar de wil is op basis van een onjuiste voorstelling van zaken tot stand gekomen. Indien er sprake is van eigenlijke dwaling dan komt, in tegenstelling tot oneigenlijke dwaling, wel een overeenkomst tot stand, maar is deze overeenkomst vernietigbaar in de navolgende drie situaties:
- de dwaling is te wijten aan een inlichting van de wederpartij (bijvoorbeeld: men denkt een echte Mondriaan te kopen, doch dit blijkt achteraf een replica te zijn);
- de dwaling is te wijten aan de wederpartij. De wederpartij had de dwalende, in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, behoren in te lichten (bijvoorbeeld: het verkopen van een woning, waarbij de dwalende niet wordt geïnformeerd over de lekkage in het dak);
- zowel de wederpartij als de dwalende zijn bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling uitgegaan. Dit heet ook wel wederzijdse dwaling, waarbij geldt dat de beweegredenen van de dwalende waar de wederpartij niets mee van doen heeft, buiten beschouwing moeten worden gelaten.
Wanneer een overeenkomst op grond van dwaling vernietigd wordt, heeft dit tot gevolg dat de overeenkomst wordt ontbonden alsof deze nooit heeft bestaan.
Hierna wordt een casus toegelicht, waarbij de overeenkomst (gedeeltelijk) is ontbonden wegens dwaling. Op 13 december 2010 koopt eiser een Citroën voor een bedrag van € 2.950,00. De kilometerstand van de auto stond ten tijde van de aankoop op 58.060. In juli 2011 wordt er door een Citroëngarage een grote reparatie uitgevoerd aan de auto. Volgens deze garage zou de Citroën al 240.000 kilometers hebben gemaakt. Als gevolg hiervan laat de koper een expertiserapport opstellen. Uit dit rapport blijkt, gelet op de slijtage van de auto en de algehele staat van het overtuig, dat de kilometerstand op 262.140 zou moeten staan. Als gevolg van het voorgaande wendt de koper zich tot de rechter met het verzoek om de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden ten aanzien van de koopprijs. Koper stelt voor dat de koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 2.000,00.
Uit de tijdens de procedure overgelegde stukken blijkt dat over de periode vóór 2006 geen kilometerstanden van de auto zijn geregistreerd. Hierdoor is de rechter van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de kilometerstand sluitend is. Omdat de kilometerstand afwijkt van de daadwerkelijk gereden kilometers, is er sprake van non-conformiteit. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat, nu herstel en vervanging niet mogelijk zijn, koper de koopovereenkomst gedeeltelijk kan ontbinden.
Bij zijn oordeel neemt de rechter mee dat het aankoopbedrag ad € 2.950,00 relatief laag is voor de aanschaf van een auto, met als gevolg dat de verwachtingen niet al te hoog konden zijn. De prijs zou echter niet hetzelfde zijn geweest indien partijen bij de verkoop op de hoogte waren geweest van de juiste kilometerstand. Een prijsvermindering van € 2.000,00 acht de rechter in dit geval echter niet redelijk en billijk. De rechter begroot de prijsvermindering derhalve op een bedrag van € 500,00.
Advies
Heeft u een overeenkomst gesloten en is er volgens u sprake van dwaling? Neem dan contact op met Floris de Moel. Floris de Moel onderzoekt graag de juridische mogelijkheden én uitzonderingen voor u. Let wel; een vordering tot vernietiging van een rechtshandeling op grond van dwaling verjaart conform artikel 3:52 Burgerlijk Wetboek drie jaren nadat de dwaling is ontdekt.