Met de invoering van de WWZ is in artikel 7:669 Burgerlijk Wetboek een limitatief aantal ontslaggronden opgesomd. Een ontslag moet op één van die gronden gebaseerd kunnen worden. Een combinatie van de verschillende gronden, waarbij de verschillende gronden afzonderlijk niet voldoende zijn om tot een ontslag te komen maar bij elkaar opgeteld wel, is niet toegestaan.
Daarnaast is het zo dat met de WWZ het bewijsrecht een prominentere rol heeft ingenomen in het ontslagrecht. De werkgever dient het nodige bewijs te leveren voor een aangedragen ontslaggrond. Voldoende dossieropbouw is dan ook essentieel voor een succesvolle ontslagzaak.
Het voorgaande heeft er tot nu toe in geresulteerd dat onder de WWZ veel meer ontbindingsverzoeken worden afgewezen dan onder het oude recht, waarin ontbinding kon worden verzocht op grond van de open norm “verandering van omstandigheden”, het geval was.
“Asscher-escape”
Tijdens de parlementaire behandeling van de WWZ rezen vragen over de praktische hanteerbaarheid van een strikt ontslagstelsel op basis van een limitatief aantal ontslaggronden, waarbij het combineren/optellen van ontslaggronden niet meer mogelijk zou zijn. In de praktijk blijkt er namelijk vaak een combinatie van factoren aan een ontslag ten grondslag te liggen.
Minister Asscher heeft tijdens de parlementaire behandeling een interessante vluchtroute geschetst voor gevallen waarin de werkgever ten onrechte een beëindiging heeft nagestreefd op grond van (bijvoorbeeld) disfunctioneren, waardoor door zijn toedoen een verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan. Deze vluchtroute wordt wel de “Asscher-escape” genoemd en komt er in de praktijk op neer dat de werkgever een ontbindingsverzoek indient dat primair is gebaseerd op (bijvoorbeeld) de ontslaggrond disfunctioneren (de “d-grond”) en subsidiair op een verstoorde arbeidsverhouding (de “g-grond”). Het risico voor de werkgever is dat hij in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst naast de transitievergoeding ook een billijke vergoeding aan de werknemer moet betalen omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever. Vaak zijn werkgevers echter wel bereid deze prijs te betalen. Een gebrekkig functioneringsdossier wordt als het ware afgekocht met een hogere vergoeding.
Met deze “Asscher-escape” wordt als het ware de gangbare praktijk van voor de inwerktreding van de WWZ voortgezet, hetgeen niet in lijn ligt met de gedachte van de WWZ. In de praktijk zullen rechters dan ook terughoudend zijn met de toepassing hiervan. Bovendien wordt een arbeidsovereenkomst niet zomaar ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, er moet dan sprake zijn van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Advies
Wilt u als werkgever de arbeidsovereenkomst met uw werknemer ontbinden (of andersom), of wordt u als werknemer geconfronteerd met een ontbindingsverzoek van uw werkgever? Aarzel dan niet en neem direct contact op met ons kantoor. Wij staan u graag te woord.