Op 10 januari 2019 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure over een aansprakelijkheidskwestie. Een voetganger werd, terwijl zij zich in een onoverzichtelijke verkeerssituatie bevond, aangereden door een bus. De voetganger heeft hierdoor letsel opgelopen. De rechter oordeelt dat de busmaatschappij niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Toch krijgt de voetganger de redelijke kosten die zij heeft moeten maken voor het voeren van deze procedure vergoed. Hoe zit dat?
Het ongeval
De weg waarop het ongeluk heeft plaatsgevonden is een weg met aan twee zijden meerdere rijstroken. In het midden is een bus- en trambaan. Tussen de rijstroken en de bus- en trambaan is een stukje ‘niemandsland’ met steentjes, gras en mos. Ter hoogte van de plaats waar de bussen en trams stoppen, is een verhoogde halte. Iets voorbij de bus- en tramhalte zijn verkeerslichten met een zebrapad waar voetgangers de rijstroken kunnen oversteken.
De voetganger liep voorafgaand aan het ongeval over het stukje ‘niemandsland’ in de richting van de bus- en tramhalte. De bus werd bestuurd door de chauffeur en reed in dezelfde richting. Vlak voordat de voetganger de bus- en tramhalte bereikte, stak zij zonder om te kijken de bus- en trambaan over. De bus was op dat moment naar schatting vijf meter van haar verwijderd. De buschauffeur heeft nog iets naar links gestuurd in een poging de voetganger te ontwijken, maar dit mocht niet baten. De bus heeft de voetganger aangereden.
Het geschil
Tussen partijen bestaat discussie over wie aansprakelijk is voor het letsel dat bij de voetganger is ontstaan na het ongeval. De voetganger beroept zich namelijk op het bepaalde in artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW). Dit artikel bepaalt dat, wanneer een motorrijtuig dat op de weg rijdt betrokken is bij een verkeersongeval, waardoor schade wordt toegebracht aan een persoon zonder motorrijtuig, de bestuurder van het motorrijtuig deze schade moet vergoeden, tenzij er sprake is van overmacht. Met andere woorden: de busmaatschappij is aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval, tenzij aannemelijk gemaakt kan worden dat voor de buschauffeur sprake was van overmacht.
De ’tenzij-bepaling’
Een beroep op deze ‘tenzij-bepaling’ van artikel 185 WVW kan volgens vaste rechtspraak alleen slagen als de buschauffeur geen enkel verwijt gemaakt kan worden over zijn rijgedrag. Daarbij geldt zelfs dat hij rekening moest houden met eventuele fouten van andere weggebruikers, zoals deze voetganger. Alleen verkeersfouten die zó onwaarschijnlijk zijn dat daarmee geen rekening gehouden hoefde te worden, staan een beroep op overmacht niet in de weg. De voetganger stelt dat de buschauffeur, nu hij haar van plan was voorbij te rijden, rekening moest houden met het feit dat zij de rijstroken wel eens over zou willen steken. Zeker nu op een andere rijstrook een andere bus aan kwam rijden waar de voetganger misschien wel in wilde stappen en daarom de rijstroken over zou steken.
De rechter is echter van mening dat de buschauffeur toch écht niets kon doen aan de aanrijding. Vastgesteld is dat de bus vlak voor de aanrijding 20 tot 25 kilometer per uur reed en dus niet te hard reed. De buschauffeur kon niet voorzien dat de voetganger ineens de rijstroken over zou steken en de voetganger heeft niet eens omgekeken. De buschauffeur heeft nog geprobeerd de voetganger te ontwijken door naar links te sturen en hard te remmen en heeft er derhalve alles aan gedaan om een ongeval te voorkomen. De ‘tenzij-bepaling’ van artikel 185 WVW kan hier dus worden toegepast en de busmaatschappij is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval.
Kosten voeren procedure
Toch zal de busmaatschappij de kosten voor het voeren van deze procedure moeten vergoeden aan de voetganger, hetgeen opmerkelijk is nu de voetganger als eisende partij in het ongelijk is gesteld. Dit heeft alles te maken met het soort procedure dat hier is ingezet, de zogenoemde deelgeschilprocedure. Dit is een procedure die speciaal bedoeld is voor geschillen over letsel- of overlijdensschade. Wanneer partijen discussiëren over een klein stukje in een meer omvangrijk geschil, zoals bijvoorbeeld de aansprakelijkheid, dan kan alleen dat kleine stukje aan de rechter worden voorgelegd. Nadat de rechter daarover uitspraak heeft gedaan, kunnen partijen weer met elkaar in overleg en naar een oplossing zoeken, vaak in de vorm van een schadevergoeding.
Redelijke kosten
De redelijke kosten voor het voeren van een deelgeschilprocedure aan de zijde van de benadeelde worden in beginsel door de wederpartij betaald. Zelfs als het verzoek in deelgeschil wordt afgewezen, zoals in deze kwestie het geval was. De enige uitzondering op deze hoofdregel is het volstrekt onnodig of onterecht starten van een deelgeschilprocedure. In dit geval dient de busmaatschappij dus de kosten voor rechtsbijstand die de voetganger heeft gemaakt, te vergoeden (uitspraak de dato 10 januari 2019).
Advies
Wanneer een ongeluk ontstaat tussen een motorrijtuig en persoon zonder motorrijtuig, is de bestuurder van het motorrijtuig vaak aansprakelijk. Dit is enkel anders als deze bestuurder aan kan tonen dat sprake is van overmacht aan zijn zijde. De toets of sprake is van overmacht kan in een deelgeschilprocedure aan de rechter worden voorgelegd en de kosten van deze procedure komen voor rekening van de wederpartij van de benadeelde. Dat uzelf wellicht ook voor een gedeelte fout bent geweest, betekent dus niet zonder meer dat u geen kant op kunt en geen aanspraak heeft op vergoeding van (een gedeelte van) de schade. Leg uw situatie kosteloos voor aan ons kantoor en laat ons een eerste inschatting maken van de haalbaarheid van uw schadeverhaal.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of vragen over letselschade in het algemeen, neem contact op met onze letselschadeadvocaat Amy Vincent.