Een vorm van een flexibel inzetbare oproepkracht is de zogeheten “mupper”, te weten de oproepkracht ‘Met een Uitgestelde Prestatieplicht’. Dit houdt in dat de prestatie pas wordt geleverd op het moment dat de werknemer daadwerkelijk werkzaamheden verricht. De arbeidsovereenkomst van de mupper (het zogenaamde MUP-contract) bestaat uit een minimaal aantal uren per week of per maand. De mupper mag een oproep van de werkgever in beginsel niet weigeren.
Op het moment dat de mupper minder werkt dan overeengekomen, is er sprake van minuren. Indien de mupper meer uren werkt dan overeengekomen, worden dat meeruren genoemd. In dit artikel wordt een antwoord gegeven op de vraag of minuren aan de werknemer uitbetaald dienen te worden en of gemaakte meeruren eventueel verrekend mogen worden met (wel uitbetaalde) minuren van een eerdere periode.
Wettelijke basis
Op basis van artikel 7:627 BW is de werkgever in beginsel niet verplicht loon te betalen voor de tijd dat de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Dit zou aldus betekenen dat indien de werknemer minder uren werkt dan in het mup-contract is overeengekomen, de werknemer ook slechts de gewerkte uren krijgt uitbetaald. Dit uitgangspunt kent echter een aantal uitzonderingen, waaronder artikel 7:628 BW.
Artikel 7:628 lid 1 BW bepaalt dat de werknemer het recht op het overeengekomen loon behoudt indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Een werkgever dient er conform 7:628 lid 1 BW dan ook voor te zorgen dat er een dusdanige omvang aan arbeid beschikbaar is, opdat de werknemer zijn arbeidsomvang conform de overeenkomst kan vervullen. Indien de werkgever daarvoor niet of onvoldoende kan zorgen, is dat een risico voor de werkgever en mogen de alsdan ontstane minuren niet bij de werknemer in rekening worden gebracht. De werkgever dient dan ook de overeengekomen arbeidsduur uit te betalen.
Voor de vraag of eventueel gemaakte meeruren verrekend mogen worden met minuren van een eerdere periode, geldt dat de werknemer kan stellen dat de minuren zijn gemaakt door toedoen van de werkgever (ex artikel 7:628 lid 1 BW) en dat het ontstaan van deze min-uren aldus voor rekening van de werkgever dient te komen. De wetgeving biedt echter niet direct een antwoord op de vraag of de meer-uren met de min-uren verrekend mogen worden. Daarom dient -voor de beantwoording van deze vraag- te worden aangesloten bij de jurisprudentie, waarin wettelijke bepalingen nader worden uitgelegd.
Jurisprudentie
Uit vaste jurisprudentie ten aanzien van artikel 7:628 lid 1 BW blijkt dat het aan de werkgever is om gedurende de arbeidsuren voor arbeid zorg te dragen. In dat geval heeft de werknemer tenminste recht op betaling van loon gedurende de overeengekomen, maar niet gewerkte, uren. Er bestaat kortom recht op loon over de zogenaamde (overeengekomen maar niet gewerkte uren) min-uren.
In de jurisprudentie wordt verder benadrukt dat de tegenhanger van min-uren, de meer-uren zijn. Ter compensatie c.q. verrekening van deze meer-uren kan uitbetaling van de gemaakte meer-uren volgen. Ook kan er een zogenaamde “tijd-voor-tijdregeling” gelden. Bij een tijd-voor-tijdregeling geldt dat de werknemer een extra gewerkt uur op een later moment als vrije tijd kan opnemen. Op basis van voornoemde jurisprudentie kunnen onbetaalde meer-uren echter ook verrekend worden met wel betaalde min-uren.
Uit de jurisprudentie blijkt tenslotte dat een werkgever, behoudens andersluidende afspraken of regelingen, nooit min-uren in geld van een werknemer kan terugvorderen. Ofwel er staan onbetaalde meer-uren tegenover, ofwel het komt voor rekening en risico van de werkgever dat hij voor de werknemer voor die min-uren geen werk had. De werknemer heeft dan immers toch recht op zijn loon, nu hij gedurende de betreffende uren wel beschikbaar is geweest voor arbeid.
Conclusie
Conform artikel 7:628 lid 1 BW dient de werkgever te zorgen voor een dusdanige omvang aan arbeid, opdat de werknemer zijn arbeidsomvang conform het (mup-)contract kan vervullen. Een tekort aan arbeidsomvang dient in de meeste gevallen voor rekening van de werkgever te komen, zo bepaalt ook de jurisprudentie.
Een grondslag voor de verrekening van de min- en de meer-uren is slechts te vinden in de jurisprudentie. Op basis daarvan is het toegestaan de betaalde min-uren te verrekenen met (op dat moment nog) onbetaalde meer-uren. Wat echter niet is toegestaan, is om min-uren in geld van een werknemer terug te vorderen.
Advies
Mocht u na het lezen van dit artikel vragen hebben en/of advies wensen over flexibele arbeid, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor.