Volgens de Commissie Gelijke Behandeling mogen werkgevers geen ongerechtvaardigd onderscheid maken tussen werknemers op grond van het al dan niet tijdelijke karakter van hun arbeidsovereenkomst. Dit verbod geldt ook voor het toekennen van arbeidsvoorwaarden zoals een dertiende maand. Een werkgever mag bijvoorbeeld niet in het personeelshandboek opnemen dat alleen werknemers met een vast dienstverband aanspraak kunnen maken op een dertiende maand.
De Commissie heeft in zijn uitspraak van 22 juli 2008 een werkgever ongelijk gegeven in het beleid dat de werkgever voerde jegens tijdelijke arbeidskrachten. Het veroordeelde bedrijf maakte volgens de Commissie onderscheid op grond van de tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst van een vrouw door haar geen dertiende maand toe te kennen. Het volgende was het geval.
Een vrouw heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigt op 31 oktober 2007. Het bedrijf waar de vrouw werkte, hanteert als eis voor het toekennen van een dertiende maand een peildatum: werknemers die voor 1 november uit dienst treden, krijgen geen dertiende maand uitgekeerd. De vrouw voldoet niet aan deze eis en krijgt over het jaar 2007 geen dertiende maand uitgekeerd. Op basis van statistische analyse is vastgesteld dat door het hanteren van de peildatum medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden benadeeld en dat het bedrijf daardoor onderscheid op grond van het tijdelijke karakter van de arbeidsovereenkomst maakt. Het doel van het onderscheid is het binden van medewerkers en het verlagen van de administratieve lasten. Het eerste doel is slechts deels passend en bovendien is het pro rata uitkeren bij uitdiensttreding een geschikt alternatief middel. Het tweede doel kan evenmin een objectieve rechtvaardiging opleveren, aldus de Commissie.
De Commissie oordeelt dat sprake is van ongerechtvaardigd indirect onderscheid en geeft de werkneemster dus gelijk.
Voor de gehele uitspraak kunt u hier klikken.
Geef een reactie