In beginsel is hoger beroep tegen een ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex 7:685 BW niet mogelijk. Wel heb je als werkgever altijd de mogelijkheid om een ontbindingsverzoek gedurende de procedure in te trekken indien de kantonrechter voornemens is een ontbinding uit te spreken met een vergoeding.
Gelet op het ontbreken van mogelijkheden van beroep is de ontbindingsprocedure een vreemde eend in de bijt. Daar komt bij dat het indruist tegen het uitgangspunt dat een kwestie ten minste door twee rechterlijke instanties (feitelijk) beoordeeld moet kunnen worden. De ontbindingsprocedure voldoet daar niet aan en wordt dan ook in de literatuur veel bekritiseerd.
Wel nu, er zijn omstandigheden waaronder een hoger beroep wel kans van slagen heeft. Volgens vaste jurisprudentie staat hoger beroep open op de grond dat artikel 7:685 BW ten onrechte buiten toepassing is gelaten dan wel ten onrechte of met verzuim van essentiële vormen is toegepast. Om ontvankelijk te worden verklaard moet de eisende partij diens beroep op één van deze beginselen baseren, anders wordt het alsnog afgewezen zonder een inhoudelijke beoordeling.
Recent heeft het Hof Arnhem een dergelijke kwestie beoordeeld. Het Hof was echter in deze zaak van oordeel dat de kantonrechter niet het fundamenteel rechtsbeginsel van hoor en wederhoor, dan wel enig ander fundamenteel rechtsbeginsel had geschonden. Het hoger beroep werd weliswaar ontvankelijk verklaard maar op inhoudelijke gronden afgewezen.
Als u de gehele uitspraak van het Hof wil lezen, klik dan hier.
Geef een reactie