Buitensporige bonussen moeten in de toekomst kunnen worden aangepast of worden teruggevorderd. Dat vindt althans de Ministerraad die op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en minister De Jager van Financiën heeft ingestemd met toezending van een daartoe strekkend wetsvoorstel aan de Tweede Kamer.
De regeling zou moeten gelden voor bonussen die achteraf bezien zijn toegekend op basis van onjuiste informatie (‘claw back’) en voor bonussen waarvan uitkering wegens onredelijkheid en onbillijkheid niet kan worden gerechtvaardigd. De regeling raakt bestuurders van alle NV’s (Naamloze Vennootschappen) en van alle financiële ondernemingen, waaronder banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen. Voor financiële ondernemingen geldt bovendien dat ook dagelijks beleidsbepalers worden geraakt.
Voor het terugvorderen van de bonussen geldt de normale verjaringstermijn van vijf jaar. De raad van commissarissen zal bevoegd zijn om de bonussen aan te passen of terug te vorderen, maar de betrokken bestuurder kan in beroep bij de rechter om naleving van de bonusregeling te eisen. Deze nieuwe regeling raakt ook bestaande contractuele afspraken.
Van onredelijkheid of onbillijkheid is bijvoorbeeld sprake als de economische situatie van het bedrijf ongunstig is terwijl met die omstandigheid onvoldoende rekening is gehouden toen de bonus in het vooruitzicht werd gesteld.
Voor meer informatie of het lezen van het hele wetsvoorstel en de memorie van toelichting, klik dan hier.
Geef een reactie